Dag 1 Kan jag tält här?

17 juli 2019 - Matfors, Zweden


Sundsvall- Vattjom (wandelgids 24 km, stappen geregistreerd 29 km)

Goed uitgerust en een beetje angstig om de luxe van het hotel te verruilen voor de wilde natuur, mijn minitent en mijn iets minder comfortabele matrasje, stapte ik vol vertrouwen het hotel uit. Heerlijk geslapen, iets te veel ontbeten met in mijn rugzak naast de gebruikelijke parafernalia een zelfgesmeerde boterham met kaas, ingepakt in servet afgevoerd uit de onbijtzaal samen met 4 meegesmokkelde zakjes thee en oploschocomel. Prima wandelweer vandaag, zo’n 17 graden , bewolkt en af en toe een druppel regen.
De wandelgids waarschuwde me voor afwezigheid van winkels, los van reguliere supermarkten, tot aan Ostersund wat zonder tegenvallende wandeldagen 14 dagetappes verder ligt. Voortschrijdend inzicht deed me inzien dat ik niet gehaast de pelgrimsstoet zou moeten invoegen, niet dat ik al een wandelaar had waargenomen, maar dat ik rustig moest checken wat ik nog nodig had. Wandelstok, brandspiritus en tampons, want natuurlijk was ik op het minst comfortabele moment ongesteld geworden, daarover vind ik overigens nooit praktische informatie in wandelgidsen of reisboeken. Er was een outdoorwinkel waar ik twee kunststof hikingstokken aanschafte en bij de apotheek vond ik makkelijk tampons, die er het zelfde uitzien als in Nederland en niet zoals in Mediterrane landen met een extra closetrol als inbrenghuls, dat neemt veel te veel ruimte in beslag.
Dan nog het laatste onontbeerlijke product, brandspiritus. Waarom zou ik anders mijn kookpotjes met spiritusbrander meenemen. Alleen maar extra onnodig gewicht dat ik niet zou gebruiken, wist ik mezelf wijs te maken. Als voorbereiding had ik onderzoek gedaan met google translate, in het ergste geval zou het op grote hilariteit uitlopen, maar dat kan ik hebben. In Frankrijk was ik me bewust geworden dat brandspiritus zich laat vertalen naar ‘ alcohol a bruler’, dat naar mijn oordeel een betere benaming is voor het goedje dan het Nederlandse equivalent. Bovendien gaf google translate een weinig hoopvolle vertaling van brandspiritus waardoor ik me wendde tot Frans- Zweeds. De vertaling ‘ alkohol a brinna' leek me in de buurt te komen. Met deze voorbereiding stapte ik in de supermarkt op een medewerker af, een jonge jongen met een knalpaars shirt aan met een tekst die ik vertaalde naar ‘ zomerwerker’. Op mijn meest theatrale Zweeds vroeg ik naar alkohol a brinna. De jongen keek me niet begrijpend aan en vroeg me wat brinna was. Ik herstelde me in een fractie van een seconde en ging over op het Engels met een omschrijving waarbij ter ik demonstratie mijn zorgvuldig ingepakte rugzak opende en ging graaien naar het kookstelletje, een ravage aan spullen over de grond uitspreidend tot ik de pot, onderin de tas natuurlijk, had gevonden. Direct bevestigde de jongen, die me tijdens mijn maniakale zoektocht in mijn tas wilde onderbreken in het proces om aan te geven dat ik T-rod nodig had. Uitgewroet keek ik hem verwilderd aan en besloot dat hij gelijk moest hebben. T-rod of T-sprit is niet te koop in een supermarkt maar bij een tankstation, later zou ik erachterkomen dat dat inderdaad een meer tot rechtkomende locatie is dan een supermarkt. Dankzij al die behulpzame Zweden was ik dan nu echt klaar voor de tocht. Snel mijn eerste stempel op het pad scorend bij het toeristen bureau, besloot ik toch nog niet helemaal de stad Sundsvall te willen verruilen voor wildernes en dronk een koffie bij de koffie express. Daar kon ik ook nog even rustig naar het toilet voordat ik de rest van de tocht mijn blote bibs in allerlei bossages zou gaan parkeren.
En dan toch echt de eerste stappen het stadscentrum uit meestal door troosteloze buitenwijken met hoogbouw niet onder de 5 verdiepingen uitkomend en kinderspeeltoestellen gegroepeerd in maximaal 3 stuks zodat ze niet de indruk kunnen wekken dat het een speeltuin zou betreffen. De speeltoestellen die de kinderen zullen harden net zo als in wonen in dergelijke wijk dat doet. Echter niet hier in Sundsvall, een stad met ongeveer 50.000 inwoners en stadse allure, heeft wel een buitenwijk, kan natuurlijk alleen spreken over de westzijde, maar geen troosteloosheid te bekennen hier. Ik vervolg het stroompje verder de stad uit en ik kom redelijk rap in Selanger aan, het officiele startpunt van dit Olavspad.
Hier is staat een nieuw (2018) gebouwd pelgrimscentrum waar je in het cafe een simpele maaltijd kunt bestellen en een kop koffie of thee kunt drinken. Het gebouw ruilt van binnen nog naar vers gekapt hout en voordat ik koffie ga drinken geeft de gastheer me uitgebreide uitleg over alles wat ik wil weten. Ik vraag hem noeens het fenomeen wildkamperen uit te leggen om te verifiëren of ik het wel goed heb begrepen uit de wandelgids en van het internet. Hij legt uit dat praktisch alles kan, bij al mijn specifiele voorbeelden beaamt hij dat dat allemaal mogelijk is. Om hem te belonen voor zijn behulpzaamheid en gastvrij heid besluit ik niet alleen koffie te drinken maar een soep te nemen. Mijn spijsverteringsstelsel is nog zijn best aan het doen om het overvloedige ontbijt te verwerken, en gaat sputterend akkoord met mijn beslissing. Als de gastheer vervolgens uitlegt dat soep samen gaat met de saladbar, brood, koffie of thee, voel ik dat ik geen vriendjes meer ben met mijn spijsverteringskanaal. Ik probeer het te sussen met de gedachte dat ik voorlopig geen fatsoenlijke maaltijd meer zal eten, maar enthousiasme blijft uit.
Content stap ik het centrum uit, struikelend over 3 grote rugzakken, blijkbaar ben ik niet de enige op de pad, en vervolg mijn weg richting Matfors. Ondertussen zingt het liedje ‘ the passenger' van Iggy Pop door mijn hoofd en ondanks dat ik met de tekst niet verder kwam dan ‘ and I ride and I and I ride..’ maakte het me bijzonder vrolijk en vrij.
Lopend over grintwegen en asfaltwegen kwam ik diverse Zweden tegen, die allemaal geïnteresseerd en enthousiast reageerde om de rugzakdragende ploeteraar die door hun dorpen wandelde. Ik vrolijke man begon me prompt te vertellen dat er rare snuiterts op dit pad lopen, maar zijn dochter en schoonzoon waren veel extremer. Ik was al trots dat ik het fenomeen ultra-marathon ken, wat de gemiddelde marathonloper door verkleinen tot een kleuter die blij is met een medaille voor de avondvierdaagse, legde deze Zweed me uit dat er nog iets anders bestaat. Er is een hardloopwedstrijd, voor zover zijn Engels en mijn comprehension contact hebben gemaakt, die gaat van Stockholm naar Zuid-Italie. Verder ben ik afgehaakt met inhoudelijk luisteren en begon met mijmeren over alle extremo’s die ik ben tegengekomen op de Camino Frances in 2012, en al dezen hebben mij, en doen nog steeds, tot grote vreugde in harde lachsalvo’s doen uitbarsten. Het kan altijd nog extremer, en ik kan het weten, want ooit was ik 1 van hen en met terugwerkende kracht kan ik ook heel hard lachen om mijn eigen strapatsen.
Na de verhalen over zijn extreme dochter nam deze Zweed uitgebreid de tijd om me te corrigeren op mijn gecultiveerde en zeer gekoesterde Zweedse uitspraak van plaatsen waar ik doorheen zou wandelen. Ik besefte dat ik nog niet aan het beginnersniveau toekwam. Na een vrolijk wuivend afscheid wendde ik de blik naar voren en heb minimaal een uur lang de stevige Zweedse uitspraak les herhaalt en extra werk geleverd door ool de niet besproken plaatsen volgens de regels van deze Zweed uit te spreken. En alle borden met tekst die ik onderweg tegenkwam. ‘ Ingen reklam, tack!’
Ik dacht aan de Nederlandse equivalent ‘ NEE geen ongeadresseerde reclame en of drukwerk’ en filosoferend over het verschil tussen het Zweeds en het Nederlands kwam ik bij een bordje aan dat iets uitnodigends schreef over pelgrims. Voordat ik het had gelezen kwam ingehouden huppelend een oudere man naar me toe. Aarzelend hoe ik zou reageren stak hij me zijn hand toe en op mijn grenzeloze enthousiaste reactie was hij totaal bevrijd en schudde me gretig de hand die ik later maar moeilijk uit zijn greep kon bevrijden. Ik werd naar binnen geloodst en hij legde me de procedure uit, dit was duidelijk een getrainde enthousiasteling, die zijn roeping als ware professie had ingekleed. Tommy zette me aan een tafel en gaf me thee en een boterham met kaas. Hij had een heel rek met mini vlaggetjes van verschillende landen, terwijl ik aan tafel zat had hij, zonder dat ik het had gemerkt, de Nederlandse vlag naast de Zweedse vlag in de houtenvlaggenhouder op tafel geplaatst. Hij pakte zijn boekwerk en ik ging er goed voor zitten. Hij toonde mij zijn boek vol zorgvuldig bijgehouden statistieken met betrekking tot passerende pelgrims, welke nationaliteiten, hoeveel pelgrims per maand, hoeveel honden, hoeveel tenten en de rest ben ik vergeten. Daar pakte hij de wandelkaart van 1: 50.000, precies zoals in mijn wandelgids, en daarop had extra gemarkeerd bezienswaardigheden en alternatieve routes. Ik pakte mijn boekje erbij en nam al zijn tips over. Wijzend op een tankstation toonde ik mijn enthousiasme omdat ik daar T rod zou kunnen vinden. Tommy raakte volledig van slag, de procedure was nog niet klaar want ik kreeg nog een stempel en hij wilde nog een foto van me maken met vlag in de hand, daarnaast wilde hij zo snel mogelijk maar zijn garage om me een fles T rod toe te steken en ‘ to top it all off’ kwamen en 2 nieuwe pelgrims voorbij gewandeld en die moesten met hetzelfde enthousiasme onthaald worden. Ik probeerde Tommy, de pelgrimknuffelaar, gerust te stellen en te benadrukken dat ik echt zelf T rod kon halen en voor de foto wilde ik wel even wachten tot de nieuwe pelgrims waren geinstalleerd. Tommy nam geen genoegen met mijn aanbod. Behendig loodste hij de verse pelgrims naar binnen maakte een foto van mij met de vlag en gaf me een fles T rod mee. Tack so mycket, Tommy!.
Rond een uur of 17 besloot ik om ergens te gaan stoppen. Ik voelde een beurswordende huid aan de binnenkant van mijn linkerenkel. Dit was tijdens mijn wandeling vanuit le Puy-en-Velay binnen 3 dagen een zwerende blaar geworden die in heftigheid niet onderdeed voor de gemiddelde trenchfoot, niet dat me dat tegenhield om door te wandelen, maar nu besloot ik met voortschrijdend inzicht niet meer zover te gaan. Ik nam de alternatieve route van Tommy naar de Olovskallen en vond daar een verlaten festival terrein. Natuurlijk had ik bij Tommy het fenomeen wildkamperen ook nog eens besproken en hij gaf een genuanceerder beeld dan de gastheer van het pelgrimscentrum. Dat gaf me vertrouwen om de plek waar ik zat uit te kiezen voor mijn eerste partijtje wwildkamperen. Het romantische beeld dat ik hierbij had werd snel ingehaald door de werkelijkheid. Geen stromend water is echt lastiger dan voorzien, met name omdat de T rod harder fikt dan alcohol a bruler, waar ik destijds al erg van onder de indruk was. Daarmee vergeleken geeft brandspiritus de warmte van een waakvlammetjes in een gasboiler. Beide pannetjes waren zwart geblakeerd en deze roet kon ik niet met water afspoeler. Mos bleek een prima alternatief voor en afwassponsje, misschien wel beter. Terwijl ik dit allemaal deed werd ik onaflatend belaagd door muggen. In alle vlugte pakte ik het eerste smeersel dat bovenop mijn tas lag, dat was een Thaise olieachtige spiercreme die citrusachtig rook en een goede vervanger zou zijn voor vaporup. Dit smeerde ik overal waar ik bij kon behalve op een teen en 1 plek in mijn nek. Daar zaten uiteindelijk 15 muggenbulten over elkaar. De rotzakjes. Mijn regenbroek hielp verder bij de verdediging. Van dichtbij kon ik al soepetend zien hoe een mug landde op mijn knie zijn drilboor omhoog haalde om met grote kracht door de goretex laag te boren. Hij faalde en moest het de dood bekopen. Klaar met al het gedoe kroop ik in de tent, de veiligste klamboe die ik ken, en besloot met niet druk te maken over het aangekoekte wandelzweet gemengd met zonnebrand en thaise spiersmeersel. Ik ging een poging doen om te slapen.
De vraag of ik hier zou kunnen tenten (Kan jag tält här?) ging ik ondervinden. 
 

Foto’s

2 Reacties

  1. Frans en Ineke:
    18 juli 2019
    Goedendag zeg al van alles meegemaakt. Zorg goed voor jezelf gollus
  2. Jos.:
    18 juli 2019
    Met belangstelling en een glimlach jouw grappige ietwat chaotische reisverslag gelezen. Onze oudste dochter ten voeten uit. Geniet van je nieuwe ervaringen, doe geen gekke dingen en laat ons van tijd tot meegenieten. Je moeder en ik zijn trots op je. Kus.