Basta, ya! O Cebreiro, Triacastela en Sarria

28 juli 2017 - Portomarin, Spanje

De grote stijging van Trabadelo naar O Cebreiro en de dag daarna, de lange daling naar Triacastela lieten hun sporen bij Job na. Ik voelde ook lichte druk om nog enkele wandeldagen de laatste 100 km, en iets meer, naar Santiago te maken. Dat zal waarschijnlijk ook hebben meegespeeld. De dag naar O Cebreiro was lang en Job heeft die dag wel 6 keer geroepen dat hij echt helemaal kapot ging en elke keer hielp ik hem eraan te herinneren dat hij dat daar straks ook zei, maar dat hij nog steeds op zijn benen staat. Dan kijkt hij me aan met een grote glimlach en begint grommend naar boven te rennen om me te bespringen, of iets wat daarop lijkt. Zo strompelen we letterlijk naar boven. En met ons de andere pelgrims hetzelfde. Eenmaal aangekomen in O Cebreiro is de beloning daar. O Cebreiro is een prachtig dorpje in volledig Galicische stijl met dito bevolking. Je kunt er ook goed eten en dat hebben we ´s middag dan ook gedaan. Job had een pasta salade als voorgerecht en een stuk vlees waar wij vroeger met zijn vijven van aten. Als toetje hadden we tarta casera, huisgemaakte appelcake, een mega stuk, maar ze waren zo aardig om dat voor ons in te pakken.

In O Cebreiro is één albergue en daar passen volgens mij wel 200 pelgrims in. Wij lagen op een zaal met 60 en ik zag het al gebeuren.....

Job was na onze aankomst wederom herrezen uit zijn as en rende rond en speelde spelletjes. Hij kreeg van de mevrouw van de albergue een goody bag en vervolgens kreeg hij ook een dekentje voor als hij het koud zou hebben. We liggen alleen onder onze lakenzak, omdat ik na wandeldag 1 de slaapzakken met de post terug naar huis heb gestuurd. Overal in de herbergen zijn dekens en dat is een mooi moment om mijn smetvrees en angst voor bedbugs aan te gaan en bovendien scheelt het gewicht.

De nacht was afschuwelijk. Job lag nog heerlijk te pitten, maar ik heb hem er om 5u uitgesleept, ik had de hele nacht niet geslapen door snurkers, de blije spaanse jongeren die al gillend en feestend door de herberg trokken en rond 2u ´s nachts gingen slapen en op hun telefoon liggen spelen....grrrrrr.

En de grootste en luidste snurker van de zaal lag naast me. Het was dus geen probleem om om 4.30u op te staan, tas in te pakken en daarna Job mee te slepen.

De mist en de donkerte buiten deden Job vol angst de herberg weer inrennen. Ik besloot mezelf te beheersen en niet over het kleine rotsachtige paadje te lopen, maar gewoon over de grote weg. En zo vertrokken we met zaklamp de mist in. Ik kan me ineens heel goed voorstellen dat voor pelgrims in de Middeleeuwen de camino frances vaak al ophield in Villafranca del Bierzo, net voor ze Galicié in zouden gaan, omdat Galicië zo onherbergzaam, koud en spookachtig kan zijn. Nu is het zomer en het is nu al spookachtig, maar wel heel bijzonder. Zie ook de foto van het beeld van de pelgrim op Alto do Poio die zijn hoed vasthoudt en tegen de wind en kou inploetert.

Triacastela was redelijk snel bereikt en onze beenspieren hebben de daling wel gevoeld. Job ging al rennend de berg af en leek nergens last van te hebben, behalve de warmte.

We gingen in een herberg met een kamer voor 2 personen. Even goed slapen, in schone bedden en met schone handdoeken. Heerlijk luxe.

We namen de volgende dag de bus naar Sarria om een stuk af te snijden zodat we Santiago zouden kunnen halen in de dagen die ons restten. Tenminste zo dacht ik.

Het liep anders. We liepen in Sarria de berg op en Job was er helemaal klaar mee. Ongeveer 5 km later begon hij onophoudelijk te huilen dat hij moe was, dat hij heimwee had, dat Luuk een leukere vakantie had op de kampeerboerderij dan hij.

En hij had ook nog zere voeten. Dus daar was het dan: het was klaar. Job wilde niet meer en de optie die overbleef was met de bus naar Santiago.

We gingen even goed eten om in ieder geval nog de kilometers naar Portomarin te kunnen maken. Het nemen van de beslissing gaf heel veel ruimte. En Job was er zelf verbaasd over: ´Maar ik ga volgend jaar de laatste 100 km lopen¨. Prima.

We stopten net voor Portomarin in Mercadoiro en daar zaten we letterlijk in een klein groen, rustig paradijsje met weer een kamer voor 2. We hebben de middag doorgebracht door naar smeltende ijsblokjes te kijken en Job had daar dan een heel verhaal bij. En Job heeft 2 salamandertjes gevolgd en op de foto gezet.

Dat was het dan....of tenminste bijna.

4 Reacties

  1. Mam, oma.:
    28 juli 2017
    Hallo lieve wandelaars,
    Het is alweer een indrukwekkend verhaal en foto's die jouw verhaal nog meer
    eer aan doen. Het is een prachtige,geweldige natuur.
    Jullie doen het samen heel erg goed.
    Ik ben trots op jullie,geniet van elkaar en jullie onderneming
    Dikke kus mam,oma.
  2. Frans en Ineke:
    28 juli 2017
    Geweldig wat een prestatie van jullie twee.
    en wat een mooie foto's,
    Blijf genieten van alles wat jullie zien en samen meemaken.
    Dikke knuffel en tot gauw
  3. Carolien:
    28 juli 2017
    Hallo lieverds, weer een mooi verhaal en wat een mooie foto's! Bikkels zijn jullie! Geniet ervan en tot heel snel dikke kus
  4. Mech:
    29 juli 2017
    Wat n stoer verhaal weer en een mooi democratisch besluit. Nog maar even genieten van andere activiteiten, ik vermoed veel zwemplezier ;-) Dikke X